De flex-BV gaat in per 1 oktober 2012
De Eerste Kamer heeft op 12 juni 2012 het wetsvoorstel Vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht aangenomen. De invoering van de nieuwe regels voor de BV is 1 oktober. De nieuwe wettelijke regeling maakt het een stuk eenvoudiger – en goedkoper – om een BV op te richten. De ondernemer kan zelf kiezen welk bedrag hij als kapitaal wil inbrengen, de verplichte € 18.000 aandelenkapitaal is vervallen. Ook veranderen de regels met betrekking tot de kapitaal- en crediteurenbescherming, de benoeming van het bestuur en het toezicht op de BV. De ondernemer krijgt meer vrijheid bij het inrichten van de statuten van de BV
Het wetsvoorstel Vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht heeft er lang over gedaan om kracht van wet te krijgen. Het wetsvoorstel is op 31 mei 2007 bij de Tweede Kamer ingediend, die heeft het aangenomen in december 2009, en vervolgens heeft de Eerste Kamer er nog anderhalf jaar over gedaan voor het de eindstreep op 12 juni jl. kon passeren. Hieronder volgt een kort overzicht van de belangrijkste aspecten van de flex-BV.
- Het minimumkapitaal van € 18.000 is niet langer vereist.
- Bij volstorting van het aandelenkapitaal in natura is geen accountantsverklaring meer nodig; bij volstorting in contanten geen bankverklaring.
- Het aandelenkapitaal mag in andere valuta dan euro’s worden aangeduid.
- De regeling voor “Nachgründung” en het verbod op “financial assistance” voor de BV is vervallen. Door laatstgenoemde aanpassing ontstaan er meer mogelijkheden om bij overname van een BV de schuld ter financiering van de koopsom van die aandelen juridisch op het niveau van de overgenomen vennootschap te brengen. De rentelasten op die schuld kunnen zo ten laste van de winst van de overgenomen vennootschap zelf worden gebracht (voor zover die aftrek niet belemmerd wordt door fiscale renteaftrekbeperkingen).
De stem- en winstrechten voor aandeelhouders worden versoepeling
- De BV kan aandelen zonder stem- of winstrecht uitgeven.
- De aandeelhoudersvergadering kan buiten Nederland worden gehouden.
- De aandeelhouders krijgen ruimere mogelijkheden om het bestuur te instrueren.
- Het bestuur van de BV moet goedkeuring verlenen voor winstuitkeringen aan aandeelhouders, inkoop van aandelen of kapitaalvermindering. Het bestuur voert daartoe een uitkeringentest uit, de zogenoemde liquiditeitstoets. Als de BV na de winstuitkering niet (meer) aan de opeisbare verplichtingen kan voldoen, kan het bestuur aansprakelijk worden gesteld. Die aansprakelijkheid is aan de orde als het bestuur ten tijde van de winstuitkering wist of behoorde te weten dat de BV door de uitkering niet langer aan haar opeisbare verplichtingen zou kunnen voldoen. De aansprakelijkheid ziet op het tekort dat in de BV ontstaat. De bestuurders moeten deze schade – vermeerderd met de wettelijke rente – vergoeden, te rekenen vanaf de dag van de uitkering. Een aandeelhouder van deBV kan ook aansprakelijk worden gesteld als hij wist of behoorde te weten dat de BV niet meer aan haar opeisbare verplichtingen kon voldoen. Fiscale consequentie
-
De flex-BV heeft ook fiscale gevolgen, met name als de ondernemer in de BV gebruik maakt van de mogelijkheid om nieuw soorten aandelen te creëren.
-
Voor de aanmerkelijk belang-regeling moeten aandelen zonder stemrecht of met een beperkt stem- en winstrecht als een aparte soort worden aangemerkt. Daardoor kan er eerder sprake zijn van een aanmerkelijk belang. En dat kan weer tot gevolg hebben dat de gebruikelijk-loonregeling of TBS-regeling eerder van toepassing is.
-
Voor de deelnemingsvrijstelling geldt het 5%-criterium en kent geen soortbenadering. Voor de vraag of sprake is van – het economisch belang bij – 5% van het gestorte kapitaal tellen zowel stem- als winstrechtloze aandelen mee.
-
Bij de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting blijft vereist dat de moedermaatschappij de juridische en economische eigendom heeft van een zodanig deel van het aandelenkapitaal in de dochter dat zij recht heeft op ten minste 95% van de winst, het vermogen en de zeggenschap in die dochter-BV.
Ondernemers die al een BV hebben hoeven de statuten van hun BV niet direct te laten aanpassen aan de nieuwe wetgeving. Maar in sommige situaties is dat wel aan te raden. Met name als de BV meerdere aandeelhouders heeft, en die aandeelhouders onderling afspraken hebben gemaakt die in een separate overeenkomst zijn vastgelegd. Deze afspraken kunnen nu in de statuten van de BV worden opgenomen. Bij een conflict tussen de aandeelhouders kunnen juridische problemen dan eenvoudiger worden opgelost.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u nog vragen hebben, kunt u altijd contact met ons opnemen.
Met vriendelijke groet,
BAS Adviseur